Uitkering voor oudere gestopte ondernemers

De inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen (IOAZ) is een uitkering voor ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen die, wegens een te laag inkomen, hun bedrijf moeten stoppen. Vraag de IOAZ aan bij de gemeente. U doet dit voordat u stopt met uw bedrijf.

Aanpak

Doe uw aanvraag maximaal 1,5 jaar voordat u stopt met uw bedrijf. De uitkering krijgt u vanaf de datum dat u stopt.

Zo vraagt u de IOAZ-uitkering aan:

  • Neem contact op met de gemeente.
  • U heeft nodig:
    • uw geldige identiteitsbewijs
    • een bewijs van uw woonsituatie
    • bankafschriften van de afgelopen periode
    • uw boekhouding van de laatste 3 jaar

Omschrijving

Een IOAZ-uitkering is voor oudere zelfstandige ondernemers die gestopt zijn met hun bedrijf. Als uw inkomsten te laag zijn nadat u gestopt bent, dan vult de uitkering uw inkomen aan.

De hoogte van uw IOAZ-uitkering hangt af van:

  • uw inkomen
  • het inkomen van uw partner
  • uw eigen vermogen
  • het pensioen dat u via een bedrijfspensioen heeft opgebouwd

Als u met meer mensen in huis woont, is uw uitkering lager. U kunt de kosten voor levensonderhoud dan namelijk delen. Dit geldt niet voor thuiswonende kinderen jonger dan 27 jaar, studenten en huurders.

Voorwaarden

De voorwaarden voor de IOAZ-uitkering zijn:

  • U bent 55 jaar of ouder, maar u heeft nog niet de AOW-leeftijd bereikt.
  • U stopt uiterlijk 1,5 jaar na de aanvraag van de IOAZ-uitkering met uw onderneming.
  • Uw bedrijf voldeed elk jaar aan het urencriterium van de Belastingdienst.
  • De winst van uw bedrijf was de laatste 3 jaar lager dan € 28.957 bruto per jaar. 
  • U verwacht dat uw inkomen in de toekomst lager wordt dan € 33.212 bruto per jaar.
  • U werkte:
    • minstens 10 jaar als zelfstandige in Nederland, of
    • de laatste 3 jaar als zelfstandige en daarvoor 7 jaar in loondienst in Nederland.

(Bedragen 2024)

Bezwaar en beroep

U kunt bezwaar maken tegen de beslissing op uw aanvraag. Doe dit binnen 6 weken. Bent u het daarna niet eens met de uitspraak op het bezwaarschrift? Teken dan beroep aan bij de rechtbank.